Nach zwei wunderschöne Tagen in Utrecht, war es Zeit die Koffer wieder zu packen. Die heutige Reise geht über Lelystad und Urk nach Giethoorn, das Venedig der Niederlanden.
Der erste Stopp war auf dem Parkplatz des Restaurants de Lepelaar (der Löffler). Dieses Restaurant liegt direkt an den Ooievaarsplassen (Störchenweiher). Wahrend wir unser Frühstück genossen, habe ich ein kurzes Briefing über die Gegend gemacht.
An Flevoland habe ich sehr schöne Kinderheitserinnerungen. Flevoland ist ein sehr junger Provinz. Sie existiert erst seit 01.01.1986 und ist der 12. Provinz der Niederlanden. Sie besteht aus zwei großen Teilen, dem Noordoostpolder und dem Flevopolder. Ein Polder ist Land, das die Menschen durch Entwässerung gewonnen haben. Zuvor befanden sich dort Teile des IJsselmeers und noch früher Teile der Zuiderzee.
Die Verabschiedung des Zuiderzee-Gesetzes, zum Schutz gegen Hochwasser, im Jahr 1918 führte zum Bau und zur Trockenlegung der Zuiderzee/IJsselmeer-Polder, dem sogenannten „ Lely-Plan “. Die sichtbarsten Ergebnisse sind der Afsluitdijk (gebaut zwischen 1927 – 1932, mehr dazu in zwei Tagen) und die IJsselmeerpolder «Noordoostpolder» und «Flevopolder».
Der Noordoostpolder wurde zuerst trockengelegt. Dies war von 1936 bis 1940. Er liegt direkt am alten Land und umfasst die früheren Inseln Urk und Schokland. Der Flevopolder ist die größte künstliche Insel der Welt. Entstanden ist er durch das Anlegen zweier Polder, die direkt aneinander liegen. Trockengelegt wurden diese zwei Polder zwischen 1950 und 1967.
Um das Land zu kultivieren, der Zuidersee war ein Salzsee, wurden in den Anfangszeiten viel Raps angebaut. Mein Vater und drei seiner Brüder haben einige Jahren, ihre Bienenvölker in dem Flevopolder gebracht um Honig zu sammeln. Ein oder zwei Mal pro Saison gingen wir mit allem was nötig war Honig schleudern. Für uns Kinder, wir waren insgesamt sechs, war dies natürlich ein Highlight. Am Morgen wurden Zelten aufgestellt, einer zum Schutz gegen den Bienen (sie fanden es nicht lustig ihr gewonnenes Gold abzugeben) und eines zum Spielen, Essen, etc. Wir konnten den ganzen Tag lang rumtoben und in den Graben schwimmen.
In Lelystad (benannt nach Ingenieur Lely) haben wir die Galeone Batavia besucht. Das wohl bekanntesten VOC-Schiff der Niederlanden. Die «Batavia» war ein niederländisches Ostindien-Kompanie-Schiff von 1628, das 1629 auf seiner Jungfernfahrt vor Australien sank. Es wurde 1628 als Handelsschiff gebaut und sank am 4. Juni 1629 auf seiner ersten Reise nach einem Riff und einer anschließenden Meuterei unter den Überlebenden. Ein Nachbau wurde zwischen 1985 und 1995 in Lelystad gebaut und dient heute als Museumsschiff.
Die Batavia war für den Transport von Gütern zwischen der Republik der (damals nur 7) Sieben Vereinigten Provinzen und den Siedlungen, Städten und Festungen der Niederländischen Ostindien-Kompanie (nl. Vereenigde Oostindische Compagnie, abgekürzt VOC) vorgesehen war. Auf dem Hinweg transportierten die Schiffe in der Regel Waffen und Backsteine für die Siedlungen und Festungen sowie Silber- und Goldmünzen für den Erwerb von asiatischen Gütern. Auf dem Rückweg nach Europa wurden Gewürze, Textilien und chinesische Keramikartikel transportiert. (Quelle: Wikipedia)
Nach diesem Besuch ging es weiter nach Urk, ein altes Fischerdorf. Urk wurde erstmals erwähnt um 966. Urk war, bis zur Trockenlegung in 1940, eine Insel in der Zuiderzee. Heute grenzt es am Festland, hat aber ihre charakteristische Häuser erhalten.
Abends sind wir in Giethoorn eingetroffen. Das Venedig der Niederlanden. Mehr dazu dann Morgen.
Na twee prachtige dagen in Utrecht was het tijd om de koffers weer te pakken. De reis van vandaag voert via Lelystad en Urk naar Giethoorn, het Venetië van Nederland.
De eerste stop was op de parkeerplaats van restaurant De Lepelaar. Dit restaurant ligt direct aan de Ooievaarsplassen. Terwijl we van ons ontbijt genoten, heb ik een korte briefing over de omgeving gegeven.
Ik heb heel mooie jeugdherinneringen aan Flevoland. Flevoland is een heel jonge provincie. Ze bestaat pas sinds 1 januari 1986 en is de twaalfde provincie van Nederland. Ze bestaat uit twee grote delen, de Noordoostpolder en de Flevopolder. Een polder is land dat door mensen is gewonnen door drooglegging. Voorheen bevonden zich daar delen van het IJsselmeer en nog eerder delen van de Zuiderzee.
De goedkeuring van de Zuiderzeewet in 1918, ter bescherming tegen overstromingen, leidde tot de aanleg en drooglegging van de Zuiderzee/IJsselmeerpolder, het zogenaamde «Lelyplan». De meest zichtbare resultaten zijn de Afsluitdijk (gebouwd tussen 1927 en 1932, meer hierover over twee dagen) en de IJsselmeerpolders «Noordoostpolder» en «Flevopolder».
De Noordoostpolder werd als eerste drooggelegd. Dit gebeurde tussen 1936 en 1940. Hij ligt direct aan het oude land en omvat de voormalige eilanden Urk en Schokland. De Flevopolder is het grootste kunstmatige eiland ter wereld. Het is ontstaan door de aanleg van twee polders die direct aan elkaar grenzen. Deze twee polders werden tussen 1950 en 1967 drooggelegd.
Om het land te bewerken, de Zuiderzee was een zoutzee, werd er in het begin veel koolzaad aangebouwd. Mijn vader en drie van zijn broers brachten een aantal jaren hun bijenvolken naar de Flevopolder om honing te verzamelen. Een of twee keer per seizoen gingen we met alles wat nodig was honing slingeren. Voor ons kinderen, we waren met z’n zessen, was dit natuurlijk een hoogtepunt. ’s Ochtends werden er tenten opgezet, één ter bescherming tegen de bijen (die het niet leuk vonden om hun gewonnen goud af te staan) en één om in te spelen, te eten, enz. We konden de hele dag rondrennen en in de sloot zwemmen.
In Lelystad (genoemd naar ingenieur Lely) hebben we de galjoen Batavia bezocht. Dit is waarschijnlijk het bekendste VOC-schip van Nederland. De Batavia was een Nederlands Oost-Indisch Compagnie-schip uit 1628, dat in 1629 tijdens zijn eerste reis voor de kust van Australië zonk. Het werd in 1628 gebouwd als handelsschip en zonk op 4 juni 1629 tijdens zijn eerste reis op een rif, waarna er een muiterij uitbrak onder de overlevenden. Tussen 1985 en 1995 werd in Lelystad een replica gebouwd, die nu dienst doet als museumschip.
De Batavia was bedoeld voor het vervoer van goederen tussen de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën (toen nog slechts zeven) en de nederzettingen, steden en forten van de Nederlandse Oost-Indische Compagnie (nl. Vereenigde Oostindische Compagnie, afgekort VOC). Op de heenreis vervoerden de schepen meestal wapens en bakstenen voor de nederzettingen en forten, evenals zilveren en gouden munten voor de aankoop van Aziatische goederen. Op de terugweg naar Europa werden specerijen, textiel en Chinese keramische artikelen vervoerd. (Bron: Wikipedia)
Na dit bezoek gingen we verder naar Urk, een oud vissersdorp. Urk werd voor het eerst vermeld rond 966. Tot de drooglegging in 1940 was Urk een eiland in de Zuiderzee. Tegenwoordig grenst het aan het vasteland, maar het heeft zijn karakteristieke huizen behouden.
’s Avonds zijn we aangekomen in Giethoorn. Het Venetië van Nederland. Morgen meer hierover.

































Schreiben Sie einen Kommentar